jeugdwelzijn

Voor de kinderen en jongeren in de wijken waar wij actief zijn is het leven soms een lange weg met veel hindernissen. Het is alsof ze deelnemen aan een wedstrijd hordelopen, maar met een serieuze handicap ten aanzien van andere deelnemers. Anders gezegd: het leven is een koers, maar niet iedereen krijgt dezelfde schoenen en training aan de start. Cijfers en statistieken uit diverse onderzoeken en publicaties staven dat:

Aandeel jongeren tussen 18 en 24 jaar die vroegtijdig de school verlieten met maximum een diploma lager secundair onderwijs en die geen onderwijs of vorming meer volgen.
aandeel 18-24 jarigen schoolverlaters zonder diploma


De 3 welzijnswerkers van D’Broej proberen een coach te zijn. Hun doel: de jongeren bijstaan in het nemen van de hindernissen. Soms betekent dat mee ondersteunen, de jongeren er attent op maken dat er een hindernis staat aan te komen, trainers en partners zoeken die kunnen helpen, af en toe eens gaan praten met de ouders om de “atleet” beter te omkaderen. En soms ook, de verantwoordelijken erop wijzen dat bepaalde horden echt moeilijk te nemen zijn.

De jeugdwelzijnswerkers werken in tandem met de jeugdwerkers. Daar waar jeugdwerkers een atelier, activiteit of een project begeleiden in een leeftijdsgroep, is het de taak van de welzijnswerker om individuele hulpvragen op te pikken en samen met de betrokken jongeren en/of de ouders, naar  oplossingen te zoeken. Hulpvragen die vaak terugkomen worden in een collectief aanbod gegoten zoals een infosessie, een vorming , een infobeurs, een samenwerking met een dienst om het aanbod van deze toegankelijker te maken, … 

Deze tandem is enerzijds belangrijk om vanuit een vertrouwde omgeving de hulpvragen, die voor de betrokken jongere onder zijn/haar vel zitten, naar boven te laten komen. De tandem is anderzijds ook nodig opdat ieder zijn rol kan vervullen. De jeugdwerker zal steeds positief de jongere steunen in zijn ontwikkeling. De jeugdwelzijnswerker heeft deze positieve omgeving nodig om ook af en toe een spiegel te kunnen voorhouden, de jongere te confronteren en een duwtje te geven, zonder dat de grond hiervoor onder de jongere wegzakt. Wanneer we hieronder dieper ingaan op individuele hulptrajecten is het uitermate belangrijk om voor ogen te houden dat daarbij beide rollen aanwezig moeten zijn, maar ook tegelijk niet verenigbaar zijn in eenzelfde persoon. Een jeugdwerker kan dus nooit de rol van jeugdwelzijnswerker overnemen