“Kijk meester, ik triche”
Eduard kijkt geconcentreerd daar het computerscherm. Terwijl hij met de muis heen en weer beweegt, blinken zijn ogen van deugnieterij. “Kijk meester ik triche”. Die zogenaamde ‘meester’ is jeugdwerker Pieter Gijssels van jeugdhuis Miks. En dat trichen gebeurt bij het bedenken van een computerspel. Eduard last de optie GAME OVER niet in en dus kan hij het spel eindeloos spelen. “Als je kan trichen, Eduard, betekent dat eigenlijk dat je al heel goed begrijpt hoe het werkt”, lacht Pieter. Vanaf dan volgt nog héél vaak “Kijk, meester ik triche”.
Eerst was er Elektromiks: van lampje tot robot
Maak je eigen dokter bibber, elektro quiz of robotje. Of een alarmsysteempje dat knippert wanneer iemand je kamer betreedt. Pieter van jeugdwerking Miks kreeg de kinderen helemaal mee met zijn goesting om creatief te zijn met elektriciteit. Hij kijkt tevreden terug naar het parcours dat ze aflegden met het atelier Eletromiks. En hij lanceert meteen een multimedia-atelier: kinderen maken hun eigen stop motion films en programmeren computergames.
Pieter: “In een eerste fase heb ik hen heel simpele dingen laten doen, zoals een lampje laten branden met een schakelaar. Van daaruit zijn we telkens een stapje verder gegaan om hen uiteindelijk te laten maken wat ze zelf tof vinden: een bibberspiraal, een elektro quiz, het dokter bibber-spel en een robotje als orgelpunt. Ikzelf werk nu aan een boekje op basis van de tien projecten die de kinderen uitgewerkt hebben – een doe-het-zelf-boek voor elektro knutselen dus.”
“Over het algemeen waren de gasten redelijk snel weg met het logisch denken dat achter een elektrisch circuit zit. Het moeilijkste was eigenlijk de fijn motoriek die nodig is, want ja, het zijn allemaal kleine gaatjes, fijne draadjes en mini vijzen.”
Na elk Elektromiks atelier konden de jongens – want helaas schreven zich alleen jongens in – wat ze gemaakt hadden mee naar huis nemen. Pieter: “En uiteraard gaan die dingen soms stuk, maar een aantal onder hen had dan genoeg basiskennis én zelfvertrouwen opgebouwd om ze thuis te repareren. En daar gaat het uiteindelijk om. Dat ze in zichzelf geloven. Dat ze beseffen dat ze iets kunnen en dat durven doen.”
Het potentieel van techniek
Jeugdwerker Pieter Gijssels: “Ik merk dat veel ouders hun kinderen een algemene schoolrichting laten volgen of in het ASO inschrijven. Een aantal van hen komt na een poos uitgeblust en schoolmoe in het TSO terecht. Dat is jammer. Want een echt technische opleiding heeft veel potentieel. En dat potentieel wordt te vaak onderbenut. Ikzelf heb héél veel plezier beleefd aan mijn opleiding elektriciteit. Met het atelier electromiks wilde ik graag de aandacht prikkelen voor een technisch metier als elektricien, loodgieter, mecanicien.”
Voor blijven op de kinderen, een uitdaging
“Met Electromiks zat ik op een terrein dat ik zelf goed ken. Bij stop motion en games programmeren ligt het anders, want ik moet voor blijven op de kinderen. Dat is tof, maar tijdsintensief. Een deel van hen is écht goed op de hoogte van wat allemaal kan en bestaat. Een andere deel wil snel resultaat, maar is niet persé intrinsiek geïnteresseerd. Als iemand tijdens het multimedia-atelier minder geboeid is, laat ik die een fotoreportage maken over het atelier bijvoorbeeld. Of op het internet alternatieve pistes uitzoeken om de anderen te helpen. Ze hebben ook allemaal hun Diploma Veilig Internet behaald.”
Ze zijn nu vier weken bezig en de komende weken zal de focus liggen op het uitwerken van een computergame. Personages bedenken, een level uittekenen en de queeste ontwikkelen. En de communicatie tussen de personages. Batuhan grinnikt: “De ene zegt niks en de andere zegt Miks.” Goed mopje.
Batuhan ontwerpt zijn personage. Het wordt een haai. “Het leuke is dat we het spel niet spelen, maar dat we het zelf maken” Op de vraag hoe het komt dat hij dit als tienjarige kan, volgt het doodeerlijke antwoord: “Omdat ik klein ben, ik leer”.
Electromiks kreeg de steun van VGC projectsubsidies en VLAIO