Jongeren, ouders en leraren samen op de schoolbank in Finland

“Uiteraard wou ik het Finse systeem van dichtbij zien. Je leest als leraar wel over dat fameuze Scandinavische model, maar het zelf in zijn werk zien, is zoveel beter”, zegt Angelique Hoogstoel. Ze ging mee op studiereis met de jongeren van JH Chicago. “Een grote uitdaging is de motivatie van de kinderen en jongeren. Hoe kan je kinderen motiveren om iets bij te willen leren?  Ik merk veel aandacht voor punten, maar weinig oprechte interesse. Nochtans is dat nodig om een sterkere persoon te worden.”

In JH Chicago zien de jeugdwerkers dat veel kinderen en jongeren het moeilijk hebben op school. Iedere jongere dubbelt wel eens, het is moeilijk gemotiveerd te blijven, ze geraken achterop, de klassen zijn te groot, de juiste begeleiding is er niet. Het Brussels onderwijs lijkt voor hen een hindernissenparcours. Je moet stevig in je schoenen staan om erdoor te geraken! Wat kan anders en beter?
Een groep jongeren, leerkrachten en ouders gingen kijken hoe het er aan toe gaat in Finland – een ander onderwijsmodel, bij velen bekend als het beste onderwijssysteem van Europa. Twee jaar geleden al ging een groep jongeren van Chicago op studiereis naar Finland. Ze kwamen terug met alleen maar positieve verhalen. Daarom gingen we dit jaar terug en namen we ouders en leerkrachten mee.
Ter plaatse leerden ze bij over het Fins onderwijs. Iedereen trok zijn ogen open.

Ter plaatse leerden ze bij over het Fins onderwijs. Iedereen trok zijn ogen open. In Finland staan er twee leraren in klassen van niet meer dan 12 leerlingen. De hulpleerkracht helpt waar nodig. Bijles wordt gegeven in de school zelf. Een studiekeuze moeten de jongeren pas maken als ze 16 zijn, en ze worden begeleid om die keuze te maken. En slechts 1 procent van alle leerlingen moet ooit eens dubbelen! Natuurlijk is een leerling ook wel eens gedemotiveerd, of geraakt achterop bij een bepaald vak. Maar de filosofie dat iedereen moet slagen zorgt ervoor dat iedereen zijn weg vindt.

Het Fins model kunnen we niet zomaar overnemen in Brussel. Maar bij Chicago zijn ze wel geïnspireerd en willen die boodschap ook verspreiden! Dat geldt zeker ook voor Angelique Hoogstoel, een van de Brusselse leraren die mee ging op studiereis.

Angelique Hoogstoel is al 16 jaar leraar in Brussel. In het Imelda Instituut geeft ze les in de derde graad: godsdienst, geschiedenis en wetgeving. En dat zowel in het BSO, het TSO als het KSO. Zodoende kent ze alle zesdejaars van de school.

“Ik was erg vereerd toen Yasmina me vroeg om met JH Chicago mee op studiereis te gaan naar Finland.” Yasmina El Hadri is een oud-leerlinge van Angelique, die twee jaar geleden al deelnam aan een het onderwijsproject van de jeugdwerking.  “Yasmina is een echte trekker, iemand die de dingen wil doen bewegen en daar ook echt haar schouders onder zet. Ik ben ook zo’n beetje, misschien dat ze daarom aan mij dacht.”

“Uiteraard wou ik het Finse systeem van dichtbij zien. Je leest als leraar wel over dat fameuze Scandinavische model, maar het zelf in zijn werk zien, is zoveel beter! Yasmina had me al verteld over haar ervaring daar, maar ik had er toch wat vragen bij. Als leraar zie je de dingen anders dan als student. En ik vind dat we bij Imelda toch ook al ver staan qua experimenteren met alternatieve evaluaties en pedagogische aanpak, dus ik had zo mijn vragen…”

Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt van het Finse systeem?
Angelique: “Op één staat ongetwijfeld de infrastructuur en de bijbehorende visie erop. In Finland gaan ze er, terecht, van uit dat kinderen en jongeren ruimte nodig hebben. En die fysieke ruimte creëert ook mentale ruimte. Neem nu de situatie bij Imelda: we zijn erg klein behuisd, we hebben geen refter, geen speelzaal, geen turnzaal. Soms werken jongeren aan hun projecten in de gang. Dat gebrek aan ruimte dwingt ons tot creativiteit, dat wel (lacht).”

“Op twee staat het belang van gezonde voeding. Iedereen drinkt er water, er zijn enkel gezonde snacks, en de maaltijden zijn gevarieerd. Bij ons is er in de lagere school nog wel aandacht voor voeding, fruit eten en niet snoepen, maar eenmaal in het secundair slaat de balans helemaal om. Weet je wat mijn leerlingen eten ‘s middags? Een zak chips, een mierzoete candybar of eenvoudigweg een grote fles cola. Ze hebben een afgestompt smaakpatroon, en moeten terug leren proeven. En ja, dat is zeker ook een taak van de ouders, maar de school kan daarin helpen. Als we een refter hebben, kunnen we bijvoorbeeld een salade- en soepbar inrichten.”

“En uiteraard de pedagogische aanpak rond evaluatie. Tijdens ons werkbezoek werd mijn idee nog maar eens bevestigd dat leerlingen meer feedback moeten krijgen. Niet alleen maar punten, want een punt op je rapport of toets is het begin van je leerproces. Niet het einde, zoals de leerlingen – en samen met hen vele anderen – denken. Onze leerlingen zijn echt misvormd door die punten. Ze willen alleen maar hun cijfer weten. In Finland hoorde ik van de leraren dat ze contacturen hebben, een beetje zoals een spreekuur bij de dokter. En leerlingen vragen er feedback. Daar is ruimte en tijd voor. Helaas kan dat niet in ons systeem. Nog niet.”

Kan je een aantal dingen implementeren in je context in Brussel? Want infrastructuur en gezonde voeding, daar kan je als leraar toch niet veel aan veranderen?
“Toch wel. Wat die aandacht voor gezondheid betreft: we doen dit al op Imelda en mijn ervaring in Finland heeft er ons in gesterkt dat we verder op moeten inzetten.”

“Na de reis heb ik ook meteen overlegd met de leerkracht Nederlands. De meeste van onze leerlingen zijn van thuis uit Franstalig. Ik denk dat we hen te vaak nog overdonderen met informatie. Samen bekijken we hoe we er voor kunnen zorgen dat de leerlingen mee zijn.”

“Een grote uitdaging is de motivatie van de kinderen en jongeren. Hoe kan je kinderen motiveren om iets bij te willen leren?  Ik merk veel aandacht voor punten, maar weinig oprechte interesse. Nochtans is dat nodig om een sterkere persoon te worden. Hier denk ik aan graduele aanpak: peerevaluatie, zelfreflecties over leerattitude. Welke vakken vind ik moeilijk/makkelijk, waarom. De bedoeling is om kinderen te stimuleren om te doen waar ze goed in zijn, hen meer fierheid meegeven. Op dit moment doen we dat met projecten met zogenaamde ankerfiguren, politici, kunstenaars. Als ik terugdenk aan de intrinsieke, geïnteresseerde manier waarop de Finse leerlingen zich inzetten op school, weet ik dat het kan.”

“Anderzijds moet je met de leefwereld van je leerlingen rekening houden: soms is school eenvoudigweg geen prioriteit voor hen. Sommigen werken buiten de schooluren, anderen moeten voor kleine broer of zus zorgen…”

Wat is volgens jou de topprioriteit in het Brussels onderwijs?
“Daarin kan ik kort zijn: scholenbouw en deftige infrastructuur.”

“En als leraar meer tijd kunnen maken voor de kinderen. We zitten in een grootstad, veel van onze jongeren groeien op in precaire gezinnen. Als school kan je véél doen maar je hebt tijd nodig. En tijd betekent middelen voor mensen.”

“De hamvraag is: hoeveel is een samenleving bereid is om te investeren in onderwijs? In Scandinavië plaatsen ze onderwijs op de eerste plaats, ze hebben er begrepen dat dat het allerbelangrijkste is. Daaraan gekoppeld is ook de positie van de leraar in de maatschappij. Ginds is dat echt een nobel beroep en hier voel je je vaak … ja, bijna uitschot. Dat moet anders.”



Deze studiereis kwam tot stand met de steun van het BIJ